Inclusief onderwijs

Passend onderwijs is niet nieuw. In veel landen wordt dit inclusief onderwijs genoemd en in 1994 werd op een UNESCO conferentie de Salamanca Statement aangenomen, waaraan 92 landen zich conformeerden. Dit Statement wordt gezien als het belangrijkste internationale verdrag over speciaal onderwijs. De Salamanca Statement bekrachtigt de gedachte van inclusief onderwijs, dat wil zeggen dat kinderen met speciale behoeften toegang moeten kunnen hebben tot het regulier onderwijs. De redenen hiervoor zijn socio-politiek (tegengaan van discriminatie) en economisch (het is goedkoper). Tegen deze argumenten zijn bezwaren in te brengen, terwijl empirische argumenten moeilijk te geven zijn. Onderzoek naar de effectiviteit van inclusief onderwijs is moeilijk te realiseren, vanwege de complexiteit (veel verschillende stoornissen, verschillende landen en onderwijssystemen).

Ruijs en Peetsma van de Universiteit van Amsterdam hebben een onderzoek naar de effectiviteit van inclusief onderwijs gedaan van uit de beschikbare wetenschappelijke literatuur en dit onderzoek is onlangs gepubliceerd in Educational Research Review (2009, 67-79). Zij hebben hun resultaten onderverdeeld in vier categorieën. De eerste twee gaan over het effect van inclusief onderwijs op de prestaties en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte. De andere twee gaan over het effect op prestaties van leerlingen zonder speciale onderwijsbehoefte en sociale effecten op deze leerlingen.

Wat zijn hun conclusies?

1.      inclusief onderwijs lijken de (taal- en reken)prestaties van leerlingen met een speciale behoefte te verbeteren, al lijkt het effect groter bij een mix van speciaal en inclusief onderwijs.

2.      inclusief onderwijs lijkt de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen met een speciale behoefte positief te beïnvloeden, maar minder geliefd door hun klasgenoten dan leerlingen zonder speciale behoefte.

3.      Vanwege grote verschillen in opzet van studies is het lastig om het effect van inclusief onderwijs op leerlingen zonder speciale behoefte te vergelijken. Er zijn studies die positieve effecten vinden en ook studies die neutrale of negatieve effecten beschrijven. Het lijkt er wel op dat laag-presterende leerlingen zonder speciale behoefte meer voordeel hebben bij inclusief onderwijs, dan goed presterende leerlingen.

4.      Er is weinig literatuur bekend over het sociale effect van inclusief onderwijs op leerlingen zonder speciale behoefte. Inclusief onderwijs lijkt de acceptatie wel te vergroten.

Beschouwing van de beschikbare literatuur laat neutrale tot positieve effecten zien van inclusief onderwijs. Uiteindelijk concluderen Ruijs en Peetsma dat ondanks alle mitsen en maren de internationale trend naar inclusief onderwijs gerechtvaardigd lijkt en dat de opzet van inclusief onderwijs wel nauwlettend gevolgd moet worden: “there may be differential effects for different groups of children and differential effects of different inclusion practices”.

Ruijs, N.M. & Peetsma, T.T.D. (2009). Effects of inclusion on students with and without special educational needs reviewed. Educational Research Review 4 (2009), 67-79.

Geef een reactie