Kennisbank
Bijbelkennis

De waarheid in de poort

4 Als hij naar een van die steden vlucht, moet hij bij de ingang van de stadspoort gaan staan en zijn woorden spreken ten aanhoren van de oudsten van die stad. Vervolgens moeten zij hem bij zich in de stad opnemen en hem een plaats geven, zodat hij bij hen kan wonen.

5 En als de bloedwreker hem achtervolgt, mogen zij hem die de doodslag begaan heeft, niet in zijn hand overleveren, omdat hij zijn naaste niet met voorbedachten rade doodgeslagen heeft, en hem tevoren niet haatte.

6 Dan moet hij in die stad blijven wonen, totdat hij terecht zal staan voor de gemeenschap, totdat de hogepriester die er in die dagen zijn zal, sterft.

Jozua 19

Daar komt de schuldige houthakker bij de stad aan. Gered! De poort geeft toegang te de stad. Bij de stadspoort zitten mannen. Het zijn de oudsten van de stad. Wijsheid komt met de jaren! De poort was in Israël de plaats waar recht gesproken werd namens de gemeenschap (Numeri 35:24-28). En in de vrijstad hebben deze mannen nog een bijzondere taak: redden. Redden uit de hand van de bloedwreker. Redden is dus het werk van de priester.

De schuldige moet zich in de poort verantwoorden. Hij geeft zijn woord. Het spreekwoord zegt: een man een man, een woord een woord. Dat wil zeggen: wat je zegt is betrouwbaar, is de waarheid. Waarheid wordt bevestigd door getuigen. En één getuige is géén getuige. De Bijbel zegt dat op de verklaring van twee of drie getuigen de zaak vast staat. (Deuteronomium 19:15). De oudsten van de stad deden dus onderzoek naar de waarheid.

Recht spreken heeft alles te maken met de waarheid. Misschien heeft iemand wel eens wat leugenachtigs over je gezegd. Hoe voelde dat? Dat voelt als onrecht! Het is niet eerlijk. Recht en waarheid horen bij elkaar. Recht volgt op waarheid. Houd jij van de waarheid? Spreek dan recht!

Zie je Jezus weer?! Hij noemt Zichzelf de Waarheid. Hij is de Priester die kwam om te redden. Over Hem werd leugen uitgestort (Mattheus 26:60-61). Hij stierf buiten de poort. Zodat wie tot Hem komt, niet buiten de poort hoeft te blijven (Lukas 11:10).