Kennisbank
Bijbelkennis

4. Familiebanden

Deze post is deel 5 van 0 in de serie Een familiegeschiedenis
Dit is het boek van de afstammelingen van Adam.
Op de dag dat God Adam schiep,
maakte Hij hem naar de gelijkenis van God.
Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen, en Hij zegende hen

Genesis 5 : 1-2

 

Alleen op de wereld

‘Alleen op de wereld’ is een prachtig boek over Remi die zonder familie in de wereld rond trekt. Totdat hij zijn familie vindt! Dat is geluk hebben! Alleen is immers maar alleen.

Een broer of zus noemen we ook wel een ‘familierelatie’. Een ander woord voor relatie is ‘betrekking’ of ‘band’. Je bent verbonden met anderen. Iedereen heeft dat nodig. Jouw band met je vader en moeder is er altijd. Zij gaven jou het leven.

God vond het niet goed dat Adam alleen bleef en Hij maakte nog een mens. Een vrouwelijke mens. Mannelijk en vrouwelijk zijn twee kanten van ‘de mens’ Ze heten allebei mens. Allebei lijken ze op God. Twee typen mensen die elkaar aanvullen. Lees maar in Genesis 2:18-25. Adam noemde haar Maninne. God noemde ze allebei ‘mens’. Toen waren er twee mensen op de aarde. Daarom schrijft de Heilige Geest nu ook in meervoud: ‘hem’ wordt ‘hen’. Nieuw leven ontstaat alleen als man en vrouw bij elkaar komen. 1+1=3.

Dat is nu zegen! Het is niet goed dat de mens alleen blijft. God zegende Adam en Eva omdat ze elkaar hadden. Ze waren bedoeld om een zegen voor elkaar te zijn. Daarin leken ze op God. God wil ook met ons een relatie hebben. Hij wil jou kennen en Hij wil dat jij Hem kent. Wat een zegen! Hoe is jóuw relatie met God?